Afgelopen weekend was ik bij de voorstelling ‘Plato was een SpiceGirl’ van Jan Drost. Met behulp van een aantal filosofen en bekende pop- en liefdesliedjes ontrafelde hij, als filosoof in de liefde, de waanzin van het verlangen om samen te smelten met je geliefde.
Candle light and soul forever
A dream of you and me together
Say you believe it, say you believe it
Free your mind of doubt and danger
Be for real don’t be a stranger
We can achieve it, we can achieve it
Come a little bit closer baby, get it on, get it on
‘Cause tonight is the night when two become one
Het is het verlangen van Romantici. Om je zo in elkaar te herkennen dat je samenvalt. Dat alles past, alles klopt. Dat je één wordt.
Jaaa, dat wil ik ook!
Als dit je tegenstaat of schrijnend moet erkennen dat dit gevoel nooit heeft bestaan of van korte duur was, dan ben je niet de enige. Sterker nog, wanneer je iemand tegenkomt die zegt dat dit kan, liegt of is achter elkaar verliefd op een ander. Liefde gaat namelijk niet over samenvallen maar over samen alleen kunnen zijn.
Romantische taferelen
Daar was ik in mijn relatie snel achter. Romantische taferelen met kaarslicht, spontane hotelbezoeken of die onverwachte boeketten rozen bleven uit. Ook mijn pogingen tot samensmelting door het geven van kleine (best wel lieve) kadootjes aan hem, vielen in het ravijn ‘wat moet ik daarmee’ te pletter. Dat hakte er even in. Ik moest mijn verwachtingen bijstellen. Dat was niet zo moeilijk. In mijn roes van aanbidding zag ik zijn intelligentie, rust en oordeelloosheid op het leven. Ik waardeerde dit bijzondere en voelde me bevrijd bij hem. Ik was volop aan het twijfelen en verbazen over ons samenzijn. Ik zat lekker te woelen in de ‘wij-fase’. (Vorige keer heb ik met jullie vier fasen in een relatie met ass gedeeld: zie hier. Mocht je daar nog iets van vinden, laat het gerust horen!).
Two never becomes one
Duidelijker kon het niet: two never becomes one. Volgens Drost is dat ook het eerlijke verhaal. Op het moment dat we namelijk zouden samenvallen, raken we per definitie onszelf kwijt. En dat gaat tegen alle wetten van menselijke behoeften in. Die drijven ons naar het streven naar autonomie. Samensmelten druist daar nogal tegen in. En toch, als er geen één is, waarom voelt het dan als falen? Eenzaam en onzeker? Wil die ander me niet? Ben ik niet goed genoeg? Moet ik meer mijn best doen? Is hij wel de ware? Moet ik niet eerst grondig zelf veranderen?
Dit zijn vragen die horen bij een andere menselijke behoefte: verbinding. Naast dat we ernaar streven onszelf te zijn (of te worden), willen we ook graag connectie met die ander. Het is een lemniscaat waar we ons op bevinden. Een voortdurende reis tussen autonomie en verbinding. Tussen het zelf en de ander. Samensmelten is daarin een heilloze zaak. Angst en hoop uitwisselen ook. Het gaat om wat twee mensen ervaren wanneer zij een ‘ik’ zijn. Los van en in relatie tot ‘de ander’ en dat als waardevol bestempelen. Uiteindelijk is die waarde voor mij Liefde. En ook al brul ik dit nummer van André Hazes keihard mee: mijn angst is niet uitwisselbaar. We moeten alleen en vasthouden als het nodig is.
Ik denk dat het zeker wel goed is om elkaar te laten zien dat je elkaar waardeert. maar het moet niet te worden. Wat je ook schrijft, wanneer je 1 persoon wordt verlies je jezelf en daar krijg je later zeker spijt van.
Precies. Dan verlies je jezelf!
Dankje Wil,
Het sluit aan bij de mail die ik je schreef. gelukkig gaat het niet altijd zo als in de film of in liedjes.
Want verliefd zijn is heerlijk maar op een dag gaat alles weer zijn gewone gangetje. En niets is zo erg als dan te ontdekken dat je je zelf helemaal kwijt bent geraakt. En op die zoektocht terug is het heel fijn als iemand je dan af en toe vast wil houden. Als het nodig is……